Home / 5 vragen over… De Miljoenennota
Afgelopen dinsdag was alweer de twaalfde Troonrede van de koning. We vragen Jelle Boonstra, directeur-bestuurder van RegioPlus om een reactie op de Miljoenennota.
De nieuwe minister zet enkele belangrijke nieuwe accenten. De nadruk ligt op werkplezier, vakmanschap en terugdringen van de administratietijd voor zorgprofessionals en dat zijn terechte punten die moeten worden aangepakt. Ik ben ook blij met het feit dat komend jaar in het samenwerkingsverband RegioPlus wordt geïnvesteerd om hieraan te werken.
Wat wel opvallend is dat er weinig in de Miljoenennota staat over de langere termijn. Ik ben ook erg benieuwd naar welke beleidsplannen er zijn na 2025. Over die periode is nog veel onduidelijk. Ons werk bij RegioPlus gaat juist over het werken aan de toekomstbestendigheid van de arbeidsmarkt, waarbij het lange termijn perspectief leidend is. Waar wil de minister staan in 2030? Hoe zorgen we met elkaar dat we dan nog steeds toegankelijke welzijn en zorg voor iedereen kunnen leveren.
RegioPlus zal de komende tijd het ministerie gevraagd en ongevraagd blijven adviseren over de stappen die nu nodig zijn om straks een zorg- en welzijnscrisis te voorkomen. Want met alleen de professionals die er nu zijn en de natuurlijke instroom kunnen de we vraag naar welzijn en zorg in de nabije toekomst niet aan. De inzet van burgers, met name in het sociaal domein, is onontbeerlijk. In het tijdperk van schaarste, waarin we nu zitten zullen we welzijn en zorg veel meer zelf vanuit de samenleving moeten organiseren. Alle zorgvraag uitbesteden aan zorg- en welzijnsorganisaties kan in de toekomst niet meer. Die tijd is voorbij. We zullen dus formele en informele zorg moeten verbinden en organiseren. Een zorgzamere samenleving ontstaat niet vanzelf, daar is beleid en uitvoering voor nodig. Daar levert RegioPlus al langere tijd een bijdrage aan.
Met het verlagen van het eigen risico zal naar verwachting de zorgvraag toenemen. Dit is natuurlijk wel problematisch. Vanuit bestaanszekerheid wil dit kabinet iets doen aan de koopkracht van mensen. Maar bestaanszekerheid bestaat ook uit toegankelijke welzijn en zorg. Als je bestaanszekerheid vanuit medisch oogpunt wordt bedreigd, wil je graag snel en goed behandeld worden. Met langere wachtlijsten en te weinig en overbelaste professionals maak je dit aspect van bestaanszekerheid op de lange termijn onzeker. Dat is zeker geen wenselijk situatie.
Er is hier veel winst te behalen en daar moeten we zeker nog meer op inzetten dan dat we dat nu al doen. Maar ik vrees dat het niet genoeg is. Welzijn en zorg is en blijft mensenwerk. En feit is dat we niet genoeg professionals hebben om de toenemende zorgvraag als gevolg van de vergrijzing te blijven opvangen. Ik blijf erop hameren; de samenleving zelf zal zorgzamer moeten worden. Dit moeten we dus met elkaar goed organiseren. Niet door nog meer te vragen van de huidige groep, vaak al overbelaste mantelzorgers. Maar juist van jongeren en van ouderen die zelf nog vitaal zijn. Niet elke oudere is broos en kwetsbaar. Meedoen in de samenleving zou ook omzien naar elkaar moeten inhouden. De overheid, en ook dit nieuwe kabinet, kan niet alle problemen oplossen. De betrokkenheid van burgers bij het verlenen van welzijn en zorg moet worden vergroot. Het beter verbinden van de formele en informele zorg staat hoog op onze agenda. Niet alleen de administratieve uitvraag voor professionals moet omlaag, ook de zorgvraag zelf moet fors minder worden.
Het is heel positief dat dit in de Miljoenennota staat en dat wordt erkend dat RegioPlus hier een aanjagende rol heeft. Regionaal werkgeverschap is voor ons vrij breed. Ik vind het ook niet de beste benaming, want het gaat in essentie om het mogelijk maken van betere banen voor de medewerkers in welzijn en zorg. Wij als werkgevers zijn hier echt aan zet. De vlucht in het zzp-schap van veel medewerkers zie ik als een motie van afkeuring richting werkgevers. We moeten hierop acteren. We zullen dus met een aantrekkelijk alternatief moeten komen. Veel zzp-ers willen geen ondernemers zijn, maar hebben behoefte aan meer loopbaanmogelijkheden en meer zeggenschap over werk en werktijden. Onze droom als RegioPlus is om hier een adequaat antwoord op te vinden, bijvoorbeeld door het aanbieden van regionale arbeidscontracten, naast het klassieke loon-dienstverband en het zzp-schap. We willen het mogelijk maken voor werknemers om vanuit 1 contract met baan- en dus bestaanszekerheid in een regio voor verschillende werkgevers tegelijk te kunnen werken. Dit zou ook kunnen helpen om mensen die nu in deeltijd werken meer uren te laten werken, zoals ook dit kabinet graag wil.
Het personeelstekort in welzijn en zorg staat niet op zichzelf. Er zijn veel meer cruciale tekortsectoren. Er moet voorkomen worden dat verschillende sectoren gaan concurreren om dezelfde medewerker. Hier speelt het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een belangrijke coördinerende rol in. We merken de laatste tijd een intensivering van de contacten met SZW. Ook speelt mee dat SZW zich steeds nadrukkelijker profileert op het gebied van brede welvaart, waaronder de toegang tot zorg en de sociale samenhang in het land. Ook stelt SZW in de Miljoenennota dat het combineren van werken en zorgen voor een ander gemakkelijk gemaakt moet worden.
Ook het Topsectorenbeleid vanuit het ministerie van Economische Zaken, vooral de Topsector Life Sciences & Health kan goede impulsen geven aan de benodigde transitie van welzijn en zorg.
”De sector zal radicaal moeten veranderen, en door een transitie heen moeten, om toegankelijk te blijven, zoals dit kabinet graag wil’.”
– Jelle Boonstra –
Jelle Boonstra, directeur-bestuurder van RegioPlus, richt zich met de twaalf landelijk samenwerkende regionale werkgeversorganisaties op toekomstbestendig werken in zorg en welzijn. RegioPlus pleit voor een nieuwe kijk op werk in de sector zorg en welzijn. De zorgsector staat voor grote uitdagingen, transitie is noodzakelijk als we zorg en welzijn willen kunnen blijven leveren aan eenieder die dat nodig heeft. Andere keuzes zijn essentieel. Hiervoor is een brede maatschappelijke aanpak nodig en moeten politieke keuzes worden gemaakt.