Gericht beleid begint met helder inzicht en overzicht. Arbeidsmarktdata vormen hiervan het fundament.
Op deze pagina vind je belangrijke landelijke arbeidsmarktcijfers van de sector zorg en welzijn. We nemen je mee in de actuele ontwikkelingen binnen de sector, en bieden handvatten om mogelijke arbeidsmarktgerelateerde problemen aan te pakken of juist door te pakken op de positieve punten.
De sector zorg en welzijn is groter dan ooit: in het eerste kwartaal van 2025 waren ruim 1,5 miljoen werknemers (1.508.000) in de sector werkzaam. Als mogelijk gevolg van de handhaving op schijnzelfstandigheid per 1 januari 2025 heeft een deel van de zelfstandigen er waarschijnlijk voor gekozen om weer in loondienst te gaan. Bijna 184.000 personen zijn er in het eerste kwartaal de sector ingestroomd; de instroom is nog niet eerder zo hoog gemeten.
Tevens is de uitstroom uit de sector relatief laag: sinds het derde kwartaal van 2022 is de uitstroom niet meer zo laag geweest. 148.900 werkenden hebben de sector verlaten wat ook 4% minder is dan de uitstroom in het eerste kwartaal van 2024.
Het verzuimpercentage was echter ook relatief hoog in het eerste kwartaal van 2025: 8,1% van de werkenden was vanwege kort of langdurig verzuim niet aan het werk. Wanneer voor seizoenseffecten wordt gecorrigeerd, blijkt dat het verzuimpercentage gelijk is gebleven aan de vier kwartalen ervoor (7,4%).
Naast dat kan worden waargenomen dat een deel van zelfstandigen uit de sector, waarschijnlijk weer in loondienst aan het werk is gegaan (-19.000 zelfstandigen ten opzichte van een jaar eerder) zijn er ook veel organisaties uit de sector die zelf actief afscheid hebben genomen van een (groot deel) van de zelfstandigen uit het personeelsbestand. Daardoor zijn ook het aantal ontstane én openstaande vacatures uit het eerste kwartaal van 2025 hoger dan eerder gemeten. 60.650 vacatures zijn er in het eerste kwartaal ontstaan en 68.200 vacatures stonden open.
Hoewel de relatie niet één op één zichtbaar is, laten de belangrijkste cijfers van de arbeidsmarkt van zorg en welzijn nu wel zien dat de handhaving op schijnzelfstandigheid impact heeft. In de kwartalen hiervoor en daarmee de aanloop naar de handhaving zagen we nog minimale verschillen maar daar is nu verandering in gekomen. De sector is groter dan ooit maar kampt aan de andere kant ook met een recordaantal openstaande vacatures. Het gat tussen vraag en aanbod is groot wat zorgt voor druk op de werkenden (in loondienst). Het verzuimpercentage is dan ook hoog, echter is het verzuimcijfer ieder eerste kwartaal hoger dan de kwartalen erna. De vraag is of het verzuimpercentage dit jaar ook weer afneemt of dat de tekorten dit jaar meer impact hebben.
Organisaties die niet meer met zelfstandigen werken, zullen op andere manieren de openstaande vacatures op moeten vullen of de werkzaamheden moeten afschalen. Het is positief om te zien dat er nog steeds een beduidend hogere instroom is dan uitstroom van de sector. De sector slaagt er dus nog steeds in om meer professionals aan te trekken en juist nu zelfstandigen in loondienst zijn gekomen, is het een goed moment om in te spelen op hun behoeften om ze ook in loondienst te houden.
Aantrekken aan de voorkant is enkel zinvol als de deur aan de achterkant gesloten is (of op een kier staat voor professionals die o.a. de pensioengerechtigde leeftijd bereiken). Iedere vrijwillig vertrekkende professional is er één teveel. Eén van de mogelijkheden om inzicht te krijgen in de vertrekredenen van personeel, is via het landelijke uitstroomonderzoek zorg en welzijn.
Instroom vanuit het onderwijs, het sectorrendement, is op dit moment nog stabiel maar als gevolg van verminderde instroom in het onderwijs worden de instroomaantallen in de sector mogelijk ook lager. Het is voor werkgevers belangrijk om zich naast het aantrekken van gekwalificeerd personeel vooral te focussen op het behoud van personeel en dus de achterdeur zoveel als mogelijk gesloten te houden. Personeel in brede zin: werknemers maar ook ingehuurd personeel.
Dit vraagt van werkgevers het kennen van en waar mogelijk tegemoet komen in de wensen en behoeften van het personeel om te voorkomen dat ze de organisatie, branche of zelfs de sector verlaten. De onlangs verschenen prognoses van zorg en welzijn voor 2034 laten zien dat de verwachte tekorten wederom groter zijn dan eerder verwacht. Het is dus van groot belang om niet alleen met de huidige arbeidsmarktproblemen bezig te zijn, maar vooruit te kijken naar de toekomst en maatregelen te treffen die ook op de lange termijn positieve effecten hebben.
De permanente personeelstekorten en de stijgende zorgvraag zetten druk op de continuïteit en kwaliteit van de zorg. RegioPlus ziet de problemen op de arbeidsmarkt in zorg en welzijn als een gezamenlijke maatschappelijke opgave die alleen kan worden opgelost als werkgevers, professionals en burgers samenwerken. Dit vraagt van werkgevers om anders te denken en te handelen: werkgevers moeten het werk vernieuwen en aantrekkelijker maken. Banen moeten worden aangepast op mensen, niet andersom.
Daarnaast is een transformatie van de sector nodig. Dit vraagt om modern, innovatief werkgeverschap. RegioPlus pleit hierbij voor sterkere regionale samenwerking tussen werkgevers, bijvoorbeeld in de vorm van regionaal werkgeverschap. Gezamenlijk hebben werkgevers en andere stakeholders (onder andere onderwijs, gemeenten) de kracht om impact te maken: individueel is dit een lastige opgave. Door modern werkgeverschap wordt er meer perspectief geboden aan professionals, en kunnen ze niet alleen baanzekerheid maar ook loopbaanzekerheid verkrijgen. Zo wordt de instroom in de sector vergroot en de uitstroom juist beperkt.
Beter beleid dankzij data
RegioPlus verzamelt en analyseert grote hoeveelheden data om grip te hebben en houden op de arbeidsmarkt zorg en welzijn. Dit doen we door samen te werken met het landelijke onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn (AZW) en actief mee te denken met het vernieuwen en verbeteren van het datawarehouse voor Zorg en Welzijn van CBS, maar ook door geanonimiseerde macrodata op het niveau van functies van het PensioenFonds Zorg en Welzijn (PFZW) te analyseren. Op deze manier zijn de regionale werkgeversorganisaties en RegioPlus continu op de hoogte van belangrijke ontwikkelingen en ondersteund met het Prognosemodel Zorg en Welzijn ontwikkeld door ABF Research in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.