Actueel Nieuws
Martha: “Als ik dit niet doe, ga ik er spijt van krijgen”
Na de persconferentie op 12 maart, waarin de intelligente lockdown werd aangekondigd, ontstonden er meteen ‘gaten’ in de drukke agenda van Martha van Abbema, wethouder van de gemeente Twenterand. Vrij snel daarna zag ze televisiebeelden van oud-zorgcollega’s, die de benen uit het lijf liepen. “Dat ging me ongelooflijk aan het hart”, vertelde Martha en ze besloot voor een maand terug te keren naar haar oorspronkelijk vak als verpleegkundige.

Ze moest er wel even over nadenken, want om iets bij te kunnen dragen in de zorg wilde ze zich minimaal drie dagen in kunnen zetten. Maar kon dat wel? Ze besprak haar plannen met het college en werd gesteund; haar piketdiensten konden collega’s overnemen en haar agenda was vrijwel leeg. Dus de weg was vrij om zich aan te melden bij extrahandenvoordezorg.nl. “Ik werd na een paar dagen al teruggebeld door Werkgeversvereniging Zorg en Welzijn uit mijn regio. De nood was vooral in Brabant erg hoog, meer dan in Twente, zo werd mij verteld. En of ik in Brabant wilde werken? Lieve help, wat heb ik me op de hals gehaald, dacht ik.”
Cohortafdeling
Haar zorghart zei ja. Dat betekende: op donderdagavond vertrekken en soms pas zondag begin van de avond weer terug. Ze kwam te werken op een extra cohortafdeling, die werd ingericht als herstelafdeling waar patiënten konden revalideren. “In Brabant hebben ze dat uitstekend georganiseerd. Uit het hele land kwam personeel om te helpen. Ik heb er bewondering voor hoe dat in Brabant gefaciliteerd werd, om een afdeling zo uit de grond te stampen en het allemaal te regelen voor de nieuwe medewerkers. Er werd een hotel afgehuurd waar de zorgmedewerkers konden overnachten en hun maaltijdpakketjes kregen.”
Het personeel op de cohortafdeling kwam vanuit het hele land. Martha vond het bijzonder hoe ze allemaal de focus hadden om dit met elkaar te doen: “Normaal gesproken word je bij een nieuwe baan deugdelijk ingewerkt. Maar omdat we nieuw waren, was het op de werkvloer eerst veel zoeken. De back-up vanuit BrabantZorg was goed georganiseerd. Zo was er altijd een van de managers bereikbaar. Maar in principe runden we het met elkaar. Het voelde als een warm bad. Van tevoren had ik geen verwachting hoe het zou gaan. Je stroopte de mouwen op en ging ervoor. Soms moesten we onszelf pushen om pauze te houden en we besloten niet te gaan mopperen op elkaar. Ook voor elkaar zorgen was belangrijk. We waren dan ook heel begripvol naar elkaar. Het ging uiteindelijk om de goede zorg van de patiënt.”
Groot organisatievermogen
Martha zag van dichtbij hoe in korte tijd alles voor elkaar gebokst werd: “Het organisatievermogen in Nederland vind ik heel hoog. Ik zag hoe krachtig en met visie de zorgaanbieders hun maatschappelijke verantwoordelijkheid hebben genomen om dit zo samen te organiseren. Zo werkte BrabantZorg veel samen met het Bernhoven ziekenhuis in Uden. Ik heb er veel respect voor. Per 1 mei is de extra cohortafdeling ontmanteld. Dat is heel snel gegaan want er werd ook op kosten gestuurd. Al die extra mensen werden vriendelijk bedankt. Tja, opeens was het over. Af en toe krijg ik nog een berichtje in de appgroep van het zorgpersoneel. Het was pittig. Mijn gewone werk ging door. Dit kon ik geen maanden volhouden, maar ik zou het zo weer doen.”
Haar motivatie was te willen helpen. Dit is iets wat ze kon doen terwijl ze als wethouder even minder kon doen. Tot eind 2016 werkte Martha als wijkverpleegkundige in de thuiszorg en daarvoor een aantal jaren in de Isala Klinieken. Ze had nog voldoende praktijkuren om zich in 2018 weer BIG te laten registreren. Dat kwam nu dus goed van pas. Over de zorg die ze de afgelopen periode heeft meegemaakt, vertelt Martha: “De patiënten die van de IC kwamen, waren er nog lang niet. Ik vond het indrukwekkend om te zien dat mensen zo ziek konden zijn. Je kunt dan echt het verschil maken om mensen te helpen herstellen. Ik vond het een bizarre tijd, maar ik wist: Als ik dit niet doe, ga ik er spijt van krijgen.”